Methodiek: de sorites
De Achterkant van het Gelijk is gebaseerd op de methodiek van de ‘sorites’, een denkfiguur uit de retorica gericht op grensbepaling. Sorites betekent letterlijk ‘ophoper’, Het klassieke voorbeeld ervan is de vraag wanneer een hoop zand, waar je telkens één korrel vanaf haalt, geen hoop zand meer is. Of andersom, wanneer worden zandkorrels een hoop door het toevoegen van één zandkorrel? Het wegnemen of toevoegen van één enkele korrel maakt geen verschil, zou je zeggen. Maar ergens moet er toch een grens liggen. Waar is dat?
Met deze methodiek kun je een dilemma op de spits drijven door de grenzen van een begrip op te zoeken: wanneer ben je nog integer, wanneer niet meer? Wanneer is er sprake van kwaliteit van leven, wanneer niet meer? Welke eisen stel je aan professioneel gedrag, aan verantwoordelijk bestuur, aan goed onderwijs?
Typerend voor de Achterkant van het Gelijk is dat je – in tegenstelling tot andere vormen van socratisch gesprek – gebruik maakt van hypothetische, fictieve voorbeelden in plaats van reële ervaringen: stel dat je in situatie X was, wat zou je dan doen? En als nu de situatie verandert in Y, wat dan?
Zie verder onder Voorbereiding.